Na een motor revisie is het correct inlopen van uw gereviseerde motor essentieel voor langdurige prestaties en betrouwbaarheid. Maar hoe lang moet een gereviseerde motor precies worden ingereden? Welke olie gebruikt u tijdens de inloopperiode? En welke fouten moet u beslist vermijden tijdens het inlopen van uw motorblok?
Bij Van Thiel Motoren Revisie adviseren we een zorgvuldig inloopproces met de juiste inloopolie om schade aan zuigerveren, cilinderwanden en lagers te voorkomen.
Inlopen van een Gereviseerde Motor – Zo Doet U Het Goed
Na een motor revisie is het inlopen van de gereviseerde motor een cruciale stap om langdurige prestaties en betrouwbaarheid te garanderen. Een correct ingelopen motor voorkomt vroegtijdige slijtage, verlengt de levensduur van het motorblok en zorgt voor een optimale smering van alle bewegende delen.
Op deze pagina leggen we uit hoe u een gereviseerde motor moet inlopen, welke fouten u moet vermijden, en waarom motor inrijden na revisie essentieel is voor een goed eindresultaat.
Waarom is inlopen van een gereviseerde motor belangrijk?
Bij een motor revisie worden veel onderdelen vernieuwd of bewerkt – zoals zuigerveren, cilinderwanden, lagers en kleppen. Deze onderdelen hebben tijd nodig om zich goed op elkaar in te slijten. Door de motor correct in te lopen:
Voorkomt u overmatige slijtage aan zuigerveren, cilinderwanden en lagers
Zorgt u voor een betere afdichting en compressie
Verlengt u de levensduur van de gereviseerde motor
Optimaliseert u brandstofverbruik en vermogen op lange termijn

Inloopprocedure voor een gereviseerde motor
1. Gebruik de juiste inloopolie
Gebruik tijdens de eerste 500–1.000 kilometer een speciale inloopolie of minerale motorolie zonder additieven (dit geldt voor bepaalde type motoren). Deze olie zorgt ervoor dat de onderdelen goed kunnen inslijten zonder overmatige gladheid.
2. Vermijd hoge toerentallen en belasting
Laat de motor rustig op temperatuur komen. Tijdens de inloopperiode:
Niet stationair laten draaien voor langere tijd
Niet boven de 3.000–3.500 toeren per minuut
Geen volgas geven of abrupt accelereren
3. Afwisselend belasten
Varieer toerentallen en belastingen om een gelijkmatige inloop te bevorderen. Wissel korte ritten, stadsverkeer en lichte snelwegritten af.
4. Eerste olie- en filterwissel
Na ongeveer 1.000 kilometer is het belangrijk om de inloopolie en het oliefilter te vervangen. Deze kunnen metaaldeeltjes bevatten die tijdens het inlopen vrijkomen.
5. Controleer op lekkages en geluiden
Tijdens de inloopperiode is het verstandig om regelmatig te controleren op:
Olielekkages
Koelvloeistofniveau
Abnormale geluiden of rookontwikkeling
Veelgemaakte fouten bij het inlopen van een gereviseerde motor
Te snel hoge belasting geven (vooral bij turbomotoren)
Verkeerde of te gladde synthetische olie gebruiken
Geen inloopolie gebruiken
Motor langdurig stationair laten draaien
Geen olie verversen na de inloopperiode
Hoelang moet een gereviseerde motor inlopen?
Gemiddeld duurt de inloopperiode tussen de 1.000 en 1.500 kilometer. Dit kan variëren per type motor en toepassing (bijv. diesel motoren, benzine motoren of turbo motoren).